Aug 1, 2019, an email from Andy to Piibe: […] Nice to hear from you. Last week I went to a park near Chelsea to see a butoh performance, where a 3 year old girl repeatedly wiggled away from her mother and tried to join the dance of the almost unmoving performers. I was too slow to record it, even though she kept on going back multiple times. […] Andy Männik is a 85-year old dance loving carpenter in New York City who became one of the founders of the avant-garde art space The Kitchen. It was established in 1971 when video and sound artist couple Steina and Woody Vasulka got together with Andy to establish a space for performance and nascent video art experiments. Andy and I met six years ago and bonded over shared love for contemporary dance. Before getting involved with The Kitchen Andy toured as a carpenter with Merce Cunningham and John Cage. As the only morning people in the group Andy and Cage became good friends over breakfasts and shared a sensibility of looking for chance, unexpectedness and untamed moments that would make an artwork truly alive. 

Like a small child repeatedly joining butoh dancers in a performance. To explore what these notions mean to Andy, I proposed to him a game – a series of situations in New York City in front of the camera, that are setups for chance revelations, frameworks for improvisations, moments for something new to emerge: I ask Andy to join me in butoh dance class that I have practiced for years and that we have seen many performances of together. Andy thinks he can not dance. He is trying to teach me some woodwork – his craft that he would like to pass on. We go on a quest to make the best pasta carbonara, hunting down the recipes of all the famous NYC chefs whose barcounters he has built over the years. We organise a dinner party with friends, dress up and play a maffia game where participants personas and real-life personalities start to mix. We go on a film set in Bushwick where Andy is an extra as a Serbian peasant in the 1950’s. After he talks about his characters history that starts to mix with his childhood memories of Estonia and US army service in France in 1957. These scenes are partly preplanned, but the outcome of them will be left to chance and revealed as they unfold. Throughout the film they are juxtaposed with scenes of archival footage from the Kitchen in 1970s. Andy and his peers filmed performances and directed happenings for the camera. The material quality of the early video will be one of the visual elements of the film contrasting with the contemporary digital footage, as the New York of Andy’s youth contrasts with the current city. We learn how he became the background force, facilitator and a friend of many significant figures in the avant-garde, never becoming an artist

1 aug. 2019, een e-mail van Andy aan Piibe: […] Leuk om van je te horen. Vorige week ging ik naar een park in de buurt van Chelsea om een ​​butohvoorstelling te zien, waarbij een 3-jarig meisje zich herhaaldelijk loswrikte van haar moeder en probeerde mee te dansen met de bijna onbeweeglijke performers. Ik was te langzaam om het op te nemen, ook al bleef ze meerdere keren terugkomen. […] Andy Männik is een 85-jarige dansliefhebbende timmerman in New York City die een van de oprichters werd van de avant-garde kunstruimte The Kitchen. Deze werd opgericht in 1971 toen het video- en geluidskunstenaarskoppel Steina en Woody Vasulka samen met Andy een ruimte oprichtte voor performance en opkomende videokunstexperimenten. Andy en ik ontmoetten elkaar zes jaar geleden en raakten bevriend door onze gedeelde liefde voor hedendaagse dans. Voordat we bij The Kitchen betrokken raakten, toerde Andy als timmerman met Merce Cunningham en John Cage. Als enige ochtendmensen in de groep werden Andy en Cage goede vrienden tijdens het ontbijt en deelden ze een gevoel voor het zoeken naar kans, onverwachte en ongetemde momenten die een kunstwerk echt tot leven zouden brengen.

Als een klein kind dat herhaaldelijk butohdansers vergezelt in een optreden. Om te onderzoeken wat deze begrippen voor Andy betekenen, stelde ik hem een ​​spel voor – een reeks situaties in New York City voor de camera, die opstellingen zijn voor toevallige onthullingen, kaders voor improvisaties, momenten waarop iets nieuws ontstaat: ik vraag Andy om met me mee te gaan naar de butohdansles die ik al jaren beoefen en waarvan we samen veel optredens hebben gezien. Andy denkt dat hij niet kan dansen. Hij probeert me wat houtbewerking te leren – zijn vak dat hij graag wil doorgeven. We gaan op zoek naar de beste pasta carbonara, op jacht naar de recepten van alle beroemde chefs uit NYC wiens barcounters hij in de loop der jaren heeft opgebouwd. We organiseren een etentje met vrienden, verkleden ons en spelen een maffiaspel waarbij de personages van de deelnemers en echte persoonlijkheden zich beginnen te vermengen. We gaan naar een filmset in Bushwick waar Andy figurant is als Servische boer in de jaren 50. Daarna vertelt hij over de geschiedenis van zijn personage die zich begint te vermengen met zijn jeugdherinneringen aan Estland en de dienst van het Amerikaanse leger in Frankrijk in 1957. Deze scènes zijn deels vooraf gepland, maar de uitkomst ervan wordt aan het toeval overgelaten en onthuld naarmate ze zich ontvouwen. Door de hele film heen worden ze afgewisseld met scènes van archiefbeelden uit de Kitchen in de jaren 70. Andy en zijn collega’s filmden optredens en regisseerden gebeurtenissen voor de camera. De materiële kwaliteit van de vroege video zal een van de visuele elementen van de film zijn die contrasteert met de hedendaagse digitale beelden, aangezien het New York van Andy’s jeugd contrasteert met de huidige stad. We leren hoe hij de achtergrondkracht, facilitator en vriend werd van veel belangrijke figuren in de avant-garde, zonder ooit een kunstenaar te worden.

1er août 2019, un courriel d’Andy à Piibe : […] Heureux d’avoir de tes nouvelles. La semaine dernière, je suis allé dans un parc près de Chelsea pour voir une performance de butoh, où une fille de 3 ans s’est éloignée à plusieurs reprises de sa mère et a essayé de rejoindre la danse des artistes presque immobiles. J’étais trop lent pour l’enregistrer, même si elle revenait sans cesse sur ses pas. [Andy Männik est un charpentier new-yorkais de 85 ans, passionné de danse, qui est devenu l’un des fondateurs de l’espace artistique d’avant-garde The Kitchen. Il a été créé en 1971 lorsque Steina et Woody Vasulka, deux artistes de la vidéo et du son, se sont réunis avec Andy pour créer un espace de performance et d’expérimentation de l’art vidéo naissant. Andy et moi nous sommes rencontrés il y a six ans et nous nous sommes rapprochés grâce à notre amour commun pour la danse contemporaine. Avant de s’impliquer dans The Kitchen, Andy a fait une tournée en tant que charpentier avec Merce Cunningham et John Cage. Seuls matinaux du groupe, Andy et Cage sont devenus de bons amis au fil des petits déjeuners et ont partagé une même sensibilité à la recherche du hasard, de l’inattendu et des moments sauvages qui rendraient une œuvre d’art vraiment vivante. 

Comme un petit enfant qui se joint à plusieurs reprises à des danseurs de butoh lors d’une performance. Pour explorer ce que ces notions signifient pour Andy, je lui ai proposé un jeu – une série de situations à New York devant la caméra, qui sont autant de révélations fortuites, de cadres pour des improvisations, de moments où quelque chose de nouveau peut émerger : Je demande à Andy de me rejoindre dans un cours de danse butoh que je pratique depuis des années et dont nous avons vu de nombreuses représentations ensemble. Andy pense qu’il ne sait pas danser. Il essaie de m’apprendre à travailler le bois – son métier qu’il aimerait transmettre. Nous nous mettons en quête des meilleures pâtes carbonara, en recherchant les recettes de tous les chefs célèbres de New York dont il a construit les barcounters au fil des ans. Nous organisons un dîner entre amis, nous nous déguisons et nous jouons à un jeu de maffia où les personnages des participants et les personnalités réelles commencent à se mélanger. Nous nous rendons sur un plateau de tournage à Bushwick où Andy joue le rôle d’un paysan serbe dans les années 1950. Il parle ensuite de l’histoire de son personnage qui commence à se mélanger à ses souvenirs d’enfance en Estonie et à son service dans l’armée américaine en France en 1957. Ces scènes sont en partie planifiées, mais leur issue est laissée au hasard et révélée au fur et à mesure de leur déroulement. Tout au long du film, elles sont juxtaposées à des scènes d’archives de la Kitchen des années 1970. Andy et ses pairs filmaient des performances et réalisaient des happenings pour la caméra. La qualité matérielle des premières vidéos sera l’un des éléments visuels du film, contrastant avec les séquences numériques contemporaines, comme le New York de la jeunesse d’Andy contraste avec la ville d’aujourd’hui. Nous apprenons comment il est devenu la force de fond, le facilitateur et l’ami de nombreuses figures importantes de l’avant-garde, sans jamais devenir un artiste.